De geschiedenis van Sevenum

 
   
   De kerk

Huis "De Donck"

Staatkundige indeling

De groei van het dorp

Bevolkingsgroei

Het onderwijs

Sevenum

Sevenum is van oudsher een agrarisch dorp zoals de meeste andere dorpen aan de rand van de Peel. Uit het bronzen en ijzeren tijdperk zijn archeologische vondsten gedaan die wijzen op enige bewoning in ons dorp. Een van die vondsten, een bronzen zwaard, bevindt zich in het Bonnefantenmuseum in Maastricht.


Waarschijnlijk was er ook al bewoning tijdens de Frankische tijd (5e eeuw na Christus), want de uitgang “um” achter Sevenum zou volgens deskundigen een zelfde betekenis hebben als “heim”, nl. “woon of verblijfplaats van”

 

   
   
Glas-in-lood in de nieuwe kerk. Verrijzenis van Jean Adams, 1957. Atelier Mesterom
 

De kerk

Uit opgravingen direct na de Tweede Wereldoorlog blijkt dat op de plaats van de tegenwoordige kerk, meerdere gebouwen hebben gestaan, waarvan het oudste vermoedelijk van hout was. Op deze plaats werden kerkdiensten gehouden in de 11e eeuw.
In de 14e eeuw werd waarschijnlijk de eerste stenen kerk gebouwd.
Meer over de kerk kunnen jullie lezen in het boek: Sevenum en zijn kerk, duizend jaar dorp en parochie.
Hier aan hebben verschillende auteurs aan meegewerkt. De eindredactie was in handen van Petran Kerstjens.



De bouw van de nieuwe kerk


De nieuwe kerk

   
   

Huis "De Donck"

Dit is de naam van het kasteel dat vermoedelijk gelegen was aan de tegenwoordige Donckstraat achter boerderij De Donck.
De naam van het Huis is ontleend aan de familie van der Donck die tot 1545 bezitters waren van de Donck. De laatste Heer had alleen maar dochters, een ervan, Johanna, trouwde met een van Vlatten en daardoor werd de familie van Vlatten.
Namen van andere eigenaars zijn in willekeurige volgorde: Willem Vincent van Wittenhorst; Schenk van Nijdeggen; van Stepraedt.
Helaas is er niets meer over van Huis de Donck.
Meer over de geschiedenis van Huis de Donck kunnen jullie lezen in Spinninghe 1 dat in 1990 verscheen onder redactie van R.J.P. Martens.
 

   
   



 

Staatkundige indeling

Het gebied waartoe Sevenum behoort, dus het huidige Noord-Limburg heeft in de loop der eeuwen veel nationaliteiten gehad.
Tot eind 13e eeuw behoorden we tot het Graafschap Kessel; daarna het Hertogdom Gelre, dat in vier kwartieren verdeeld was en ons gebied behoorde tot het Roermonds kwartier ofwel het Overkwartier. De hoofdstad van dit Overkwartier was Geldern, dat tegenwoordig in Duitsland ligt.
In 1543 werden de Habsburgers Hertogen van Gelre en vanaf 1580 toen Philips de II Hertog van Gelre werd kwamen we tot begin 18e eeuw onder Spaans bewind.
Hierna tot 1798 werd de koning van Pruisen de hoogste gezagdrager.
Daarna kwam de Franse tijd. Toen Napoleon bij Waterloo verslagen was kwamen we bij het Koninkrijk der Nederlanden en tijdens de Belgisch opstand van 1830 tot1839 bij het Koninkrijk Belgie. Vanaf die tijd behoren we onafgebroken tot het Koninkrijk der Nederlanden.
Vanaf 1400 vinden we de vermelding van een eigen schepenbank in Sevenum, waar zeven schepenen onder leiding van de schout van het land van Kessel recht spraken.
Sevenum is vanaf begin 17e eeuw tot de Franse Tijd een heerlijkheid geweest in tegenstelling tot Horst dat al eeuwen een heerlijkheid was.
Met de komst van de Franse troepen kwam er een eind aan deze indeling en werd Sevenum bij Horst gevoegd. In 1836 lukte het de inwoners van Sevenum om weer een zelfstandige gemeente te worden.
 

   
   

De groei van het dorp

De oudste landbouwvelden in Sevenum: het Sondertse veld; het Grote veld; het Luttel en het Rouweelse veld (nu het Molenveld) en nog enkele andere kleinere velden. Omstreeks 1400 waren deze velden samen 770 ha. groot.
Deze magere zandgronden waren omringd door 4200 ha.heidevelden en richting Peel natuurlijk moeras en veen.
Bij de invoering van het kadaster in 1825 waren de landbouwgronden 1320 ha. groot.
Rond deze tijd kwamen de ontginningen ook echt op gang en kochten jonge mannen stukken woeste grond, bouwden een huis en verhuurden zichzelf ’s zomers als dagloner terwijl ze ’s winters hun grond ontgonnen.
Zo ontstonden de boerderijen op de Blakt, het Mos, het Kleef, Tongerlo en langs de weg naar Grubbenvorst.
De laatste ontginning begon in 1938 en daaruit ontstond het kerkdorp Evertsoord.
Nu bestaat 80 % van alle grond uit landbouwgronden.
 

   
    Bevolkingsgroei

Omstreeks 1400 waren er in Sevenum naar schatting 60 huisgezinnen. Heel langzaam groeide dit aantal.
In 1600 was het aantal gezinnen gestegen tot ongeveer 150 en in 1800 waren dat er 205.
In 1900 telde Sevenum 385 huisgezinnen en heden is het aantal woningen ca. 2800 met ruim 7000 inwoners.
   
    Het onderwijs

De eerste schooltjes in onze regio ontstonden in de 17e eeuw, in Sevenum vinden we de eerste aanwijzingen rond 1650.
Er was catechismus onderricht, het toezicht op het onderwijs was in handen van de pastoor. De bisschop bezocht op zijn rondreis de scholen en benoemde de onderwijzers.
Er zijn enkele namen van onderwijzers uit de 17e eeuw bekend n.l. ca. 1652 Frans; 1664 Gaert; ca. 1666 Jacobus Jacobs, kapelaan; ca. 1681 Jan van Eindt en ca. 1693 Georgius Horstmans.
In de 18e eeuw nam de invloed van de staat op het onderwijs toe.
Enkele namen van schoolmeesters uit deze eeuw zijn Reinderus van Esch; achtereenvolgens Hendrick, Gerard en Hendrick Tielen. Jan Casper Poell die in 1797, vlak voor de Franse tijd zijn benoeming kreeg, zou onderwijzer blijven tot 1852.


De Meisjesschool


De Jongensschool


Meer over de scholen in sevenum kunnen jullie lezen in het boek: De Sevenumse scholen; drieeneenhalve eeuw onderwijs in Sevenum, geschreven door Mevr. N. Verstegen Maessen.

Met dank aan Piet van Enckevort.
Marlies Huijs-Oostveen.